Over Shake-hands architectuur en organiseervormen
30 april 2019
Laats was ik bij een lezing en tentoonstelling in Rotterdam over de wederzijdse invloed van de kunst- en ontwerpschool het Bauhaus en de Nederlandse kunstenaars en architecten. Bij het Bauhaus -als fysieke kern van een netwerk – konden kunstenaars en ontwerpers uit de gehele wereld hun modernistische ideeën op elkaar uitproberen en met elkaar fijn slijpen. Hun ideeën over vormen, functionaliteit, ruimte en kleur zijn tot op de dag van vandaag nog zichtbaar. Denk alleen al aan de Van Nelle-fabriek in Rotterdam en het gebouw van de Bijenkorf dat in de jaren ’50 wordt ontworpen door Marcel Breuer, voormalig Bauhausdocent. Maar ook andersom hebben Nederlandse kunstenaars en ontwerpers hun invloed doen gelden. De Stijl, het tijdschrift van onder meer Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld en J.J.P Oud wordt door alle docenten en studenten aan het Bauhaus gelezen. Onder invloed van deze kunstenaars evolueert het Bauhaus in korte tijd van het expressionisme naar het modernisme. Tijdens de lezing werd me duidelijk dat verschillende stijlen in de kunst en architectuur elkaar beïnvloeden en ook naast elkaar blijven bestaan.
Al fietsend van de stad naar huis zag ik die stijlen ook letterlijk naast elkaar staan bij de verschillende huizen waar ik langsreed. Ik zag structuren van modernistische leest (1920 – 1960), maar ook de ‘oudere’ structuren van Art Nouveau / Jugendstil (1890 – 1910). Ook veel structuren van de jaren ’30 waar juist weer werd teruggegrepen naar historische bouwtradities, net als de ‘Delftste School’ zo leerde ik later. Ik bedacht me dat deze structuren ook terug te zien zijn in de verschillende organiseervormen van samenwerking, waar we tegenwoordig mee te maken hebben. We zien in onze samenleving nog steeds familieverbanden, bureaucratische structuren, marktstructuren en netwerkstructuren. Deze structuren volgen elkaar op (in tijd), zijn tegelijk een reactie op elkaar, maar beïnvloeden elkaar ook. De ene structuur wordt niet ’vervangen’ door de andere structuur, maar ze bestaan naast elkaar. Net als de verrijking van het straatbeeld door nieuwe architectuur, krijgen we steeds meer diversiteit en meer verschillende manieren om de samenleving te organiseren.
Dat biedt kansen. Maar tegelijk wordt het ook ingewikkeld. Want ieder stroming propageert ‘de nieuwe’ en ‘de juiste’ te zijn. Dat lijkt nu ook voor organiseervormen. Bijna alle boeken en artikelen spreken over netwerkachtige structuren en alhoewel ik daarmee in mijn werk ook het meeste bezig ben, vraag ik me wel af of er soms niet beter voor een andere structuur of mix kan worden gekozen. Afhankelijk van de opgave zou ‘bureaucratische structuur’ gekozen kunnen worden bijvoorbeeld omwille van duidelijkheid en gelijke behandeling of een marktstructuur omdat transactioneel samenwerken het beste past bij de opgave en soms minder inspanningen kost. Mogelijk zijn er ook combinatievormen mogelijk? Zo lees ik dat er in de architectuur een stroming was (1940 – 1965), die het traditionalisme en het modernisme met elkaar verbond. ‘Het huwelijk van baksteen en beton’. Dit noemt men de ‘Shake-hands architectuur’. Kunnen we wellicht in de organisatiekunde ook wat meer handen schudden? Ik ga in ieder geval kijken waar we meer verbindingen kunnen maken tussen de verschillende organisatievormen. Mocht je hieraan willen bijdragen, dan hoor ik het graag.
Zie voor meer informatie over de tentoonstelling: https://www.boijmans.nl/tentoonstellingen/bauhaus